Het Hof van Cassatie in cijfers

Gegevens per materie

C-zaken

Iets meer dan de helft van de raadsheren van het Hof, verbonden aan de eerste en de derde kamer, is belast met de behandeling van deze vaak complexe zaken, waarvoor ook de bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie is vereist. De balie vervult aldus een filterfunctie voor de toegang tot het Hof, waarvan het nut niet meer hoeft te worden aangetoond.

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Het aantal nieuwe C-zaken is ten aanzien van 2019 met 57 eenheden gedaald, tot 600 eenheden.

Die daling is hoofdzakelijk te wijten aan een daling van het aantal nieuwe C-zaken dat op de Franstalige rol werd ingeschreven. Het aantal nieuwe C-zaken op de Franstalige rol daalde ten opzichte van 2019 met 72 eenheden tot 241 zaken (een daling met 23 pct.). Dit staat in schril contrast met met de evolutie die in 2019 kon worden opgetekend en waar zich een sterke stijging voordeed van de nieuwe Franstalige zaken.

In de Nederlandstalige afdeling is het aantal nieuwe zaken in 2020 ten aanzien van 2019 met 15 eenheden licht gestegen en bedraagt thans 359 eenheden (een stijging met 4,36 pct.), wat overeenkomt met het gemiddeld niveau van de laatste tien jaar.

Van de nieuwe C-zaken die in 2020 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, waren:

Het optrekken van de aanleggrenzen heeft voorlopig geen noemenswaardige invloed op het aantal zaken afkomstig van de vredegerechten en de politierechtbanken. Het aantal zaken afkomstig van die rechtbanken bevindt zich zelfs op het laagste niveau van de laatste tien jaar.

Uitstroom

Het aantal in 2020 gewezen eindarresten in C-zaken is in vergelijking met 2019 met 44 eenheden gestegen (een stijging met 7,61 pct.) tot 622 eindarresten. Dit komt overeen met het gemiddeld niveau van de afgelopen tien jaar.

De globale stijging van het aantal eindarresten in 2020 ten aanzien van 2019 is toe te schrijven aan een stijging van het aantal Nederlandstalige arresten in C-zaken, met 60 eenheden (een stijging met 18,34 pct.) tot 387 eindarresten. Het aantal eindarresten in Franstalige C-zaken is licht gedaald, met 16 eenheden (een daling met 6,37 pct.), tot 235 eindarresten.

Het verschil in de evolutie van het aantal gewezen arresten in Nederlandstalige C-zaken en in Franstalige C-zaken moet worden gerelativeerd. De stijging van het aantal Nederlandstalige arresten in C-zaken houdt grotendeels verband met het relatief groot aantal uitspraken over onttrekkingsvorderingen aan Nederlandstalige zijde (45 onttrekkingen in 2020 tegenover 2 in 2019). Bij het aantal in 2020 gewezen arresten in Nederlandstalige C-zaken dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat, gelet op het coronavirus SARS-CoV-2 en de diverse overheidsmaatregelen om de verspreiding van het virus in te dammen, het Hof in 45 Nederlandstalige C-zaken waarvoor de einduitspraak aanvankelijk aan het begin van tweede besmettingsgolf was gepland, de uitspraak naar januari 2021 heeft moeten uitstellen.

Aan Franstalige zijde werd het team van raadsheren recentelijk door verschillende nieuwe benoemingen sterk verjongd. Zulks moet dat team – dat uit slechts acht raadsheren bestaat en slechts in een beperkt aantal zaken door twee referendarissen wordt bijgestaan – toelaten in de nabije toekomst meer arresten te wijzen

Op een rechtszitting van het Hof zijn er in de regel vijf raadsheren aanwezig. Artikel 1105bis van het Gerechtelijk Wetboek biedt het Hof evenwel de mogelijkheid om de rechtszitting met drie raadsheren te houden wanneer de beslissing in verband met het cassatieberoep voor de hand ligt of niet noopt tot het beantwoorden van rechtsvragen in het belang van de eenheid van de rechtspraak of van de rechtsontwikkeling. In 2020 heeft de Nederlandstalige eerste kamer (1N) 10 rechtszittingen met drie raadsheren gehouden, waarop in totaal 127 arresten werden gewezen. De Nederlandstalige derde kamer (3N) heeft 6 rechtszittingen met drie raadsheren gehouden waarop 77 arresten werden gewezen. In 2020 werden dus in totaal 16 rechtszittingen met drie raadsheren gehouden, waarop 204 arresten werden gewezen, wat een stijging met 70 pct. vormt ten aanzien van 2019. De beperkingen inzake de coronamaatregelen zijn hier wellicht niet vreemd aan.

Het parket heeft in 2020 in 96 Nederlandstalige C-zaken een schriftelijke conclusie neergelegd, dit is 24,80 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Nederlandstalige C-zaken. In Franstalige C-zaken werden 76 schriftelijke conclusies neergelegd, dit is 32,34 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Franstalige C-zaken. In sommige zaken vindt de schriftelijke weergave van de mondelinge conclusie zijn weg naar de publicatie in de Pasicrisie en de Arresten van Cassatie. Deze zogenaamde conclusies “in substantie” worden in de voormelde cijfers niet verrekend.

Werkvoorraad

Doordat het aantal in 2020 gewezen eindarresten in C-zaken het aantal nieuwe C-zaken die in 2020 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, overtreft, bedraagt de clearance rate in C-zaken over de twee taalrollen heen 103,67 pct., wat synoniem staat voor een dalende werkvoorraad in C-zaken. Wanneer opgesplitst over beide taalrollen, wordt vastgesteld dat de clearance rate in Nederlandstalige C-zaken 107,80 pct. bedraagt en in Franstalige C-zaken 97,51 pct. Dat verschil tussen de clearance rate in Nederlandstalige en Franstalige C-zaken moet worden gerelativeerd in het licht van de vaststellingen hierboven reeds aangehaald met betrekking tot het verschil in het aantal gewezen eindarresten in Nederlandstalige en Franstalige C-zaken.

Meer concreet is de op het einde van 2020 openstaande werkvoorraad in C-zaken globaal met 22 eenheden gedaald, tot 710 eenheden (een daling met 3,01 pct. in vergelijking met eind 2019). Aldus vertoont de globale openstaande werkvoorraad in C-zaken na een drietal jaar van stijging voor het eerst terug een daling.

In Nederlandstalige C-zaken is de werkvoorraad gedaald met 7,37 pct. tot 352 eenheden. In Franstalige C-zaken is de werkvoorraad wel nog licht gestegen met 1,70 pct. tot 358 eenheden. Bij de beoordeling van de omvang van de openstaande werkvoorraad moet rekening worden gehouden met een aantal redenen die reeds hoger werden opgesomd waardoor een aantal dossiers tot de werkvoorraad worden gerekend, terwijl ze (nog) niet voor behandeling in aanmerking komen.

Hoewel de balans voor 2020 positief lijkt, dient te worden vastgesteld dat de werkvoorraad in C-zaken systematisch hoger is dan het gemiddeld aantal per jaar gewezen arresten in deze zaken, onverminderd de nieuwe zaken die jaarlijks bijkomen.

Over een langere termijn moet bovendien worden vastgesteld worden dat de globale werkvoorraad aan C-zaken sedert 2016 constant tot stijgend is.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan C-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Antwerpen 100 130 104 103 86 84 109 125 128 110
Brussel N 48 49 40 57 45 40 54 57 54 44
Bruxelles F 84 77 87 50 58 71 78 63 87 72
Gent 91 75 76 87 68 79 48 90 72 84
Liège 64 46 63 57 46 60 57 65 52 62
Mons 46 48 41 34 63 36 34 52 35 33
Arbh. Antwerpen 3 0 0 1 0 2 0 0 0 0
Arbh. Brussel N 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Bruxelles F 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0
Arbh. Gent 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Liège 0 0 1 0 0 0 0 0 0 1
Arbh. Mons 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ass. 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Rb. 169 146 145 110 121 114 118 113 118 142
Ondrb. 18 18 26 11 9 9 11 9 76 8
Arbrb. 0 0 2 0 0 0 7 0 3 2
Jeugdrb. 1 0 1 0 0 0 1 0 0 0
Corr. 1 1 0 0 0 0 0 1 0 1
Vred. 11 10 12 8 8 25 23 15 11 12
Pol. 13 3 6 3 15 8 5 7 7 5
Overige 144 32 30 70 21 20 164 22 14 24
Totaal 794 636 635 591 540 550 709 619 657 600
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Uitspraken

Het aantal cassaties in C-zaken is in 2020 ten opzichte van 2019 nagenoeg constant gebleven en bedraagt momenteel 36,50 pct. Het aantal cassaties in de Nederlandstalige afdeling (39,02 pct.) ligt daarbij hoger dan in de Franstalige afdeling (32,34 pct.). Over een langere periode kan worden vastgesteld dat het jaarlijks percentage cassaties op de beide taalrollen tussen 30 en 45 pct. varieert.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Voortgang van de zaken

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van de Nederlandstalige C-zaken waarin in 2020 een eindarrest werden gewezen, bedraagt 11,99 maanden, wat een daling inhoudt ten opzichte van vorig jaar, waarin een doorlooptijd van 13,06 maanden werd opgetekend. Deze daling houdt verband met het relatief groot aantal onttrekkingen aan Nederlandstalige zijde (cf. supra). Dergelijke onttrekkingsvorderingen worden door het Hof steeds op korte termijn behandeld, met als gevolg dat, wanneer het werkvolume aan onttrekkingsvorderingen in een bepaalde materie of op een bepaalde taalrol relatief hoog is, de gemiddelde doorlooptijd in die materie of op die taalrol daalt.

Voor de Franstalige kamer is de gemiddelde doorlooptijd in 2020 gestegen naar 14,01 maanden, waar deze in 2019 11,55 maanden bedroeg. De samenstelling van het Franstalige team van raadsheren (cf. supra) moet toelaten die doorlooptijd in de toekomst te verkorten.


Evolutie van de gemiddelde doorlooptijd
C-zaken

2016 2017 2018 2019 2020
N 13,36 9,92 11,07 13,06 11,99
F 16,42 15,28 12,53 11,55 14,01
N+F 14,79 12,45 11,71 12,40 12,75

Aldus ligt de gemiddelde doorlooptijd in C-zaken over de twee taalrollen heen net boven de 12 maanden, met name 12,75 maanden. Het merendeel van die zaken, met name 62 pct., werd uitgesproken op een termijn van minder dan 1 jaar.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - C-Zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Van de C-zaken die op het einde van 2020 tot de openstaande werkvoorraad van het Hof behoren, werd 63 pct. in 2020 op de griffie van het Hof ingeschreven.

Een relatief beperkt percentage van de op het einde van 2020 nog openstaande werkvoorraad in C-zaken, met name 11 pct., betreft zaken die op het einde van 2020 reeds meer dat twee jaar op de rol van het Hof zijn ingeschreven.

Chiffres globaux
Werkvoorraad - C-Zaken
Neergelegd in...

D-Zaken

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Het aantal tuchtzaken blijft beperkt. In 2020 werden slechts 11 nieuwe cassatieberoepen ingesteld, waarvan 7 Nederlandstalig en 4 Franstalig. Het aantal nieuwe cassatieberoepen in tuchtzaken ligt daarmee op het laagste niveau van de voorbije tien jaar.

Deze zaken zijn afkomstig van de diverse tuchtraden in hoger beroep. Gelet op het beperkt aantal D-zaken en de grote diversiteit aan tuchtrechtelijke instanties, worden geen cijfers opgenomen omtrent de exacte herkomst van deze tuchtzaken.

Uitstroom

In 2020 werd in 11 D-zaken een eindarrest uitgesproken, waarvan 9 Nederlandstalig en 2 Franstalig.

Het parket heeft in 4 Nederlandstalige D-zaken een schriftelijke conclusie neergelegd.

Werkvoorraad

Aangezien het aantal in 2020 gewezen eindarresten in D-zaken identiek is aan het aantal nieuwe D-zaken die in 2020 werden ingeschreven, bedraagt de clearance rate in D-zaken 100 pct.

Concreet moeten nog 14 openstaande D-zaken worden berecht (waarvan 11 Nederlandstalige en 3 Franstalige).

Uitspraken

Het aantal cassaties in D-zaken is ten aanzien van het jaar 2019 nagenoeg constant gebleven en bedraagt momenteel ongeveer 77 pct.

Gelet op het beperkt aantal uitspraken in D-zaken kan aan dit relatief hoge cassatiepercentage weinig belang worden gehecht. Over een langere periode kan worden vastgesteld dat het jaarlijks percentage vernietigingen normalerwijze tussen 30 en 45 pct. varieert.

Voortgang van de zaken

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van de in 2020 behandelde D-zaken is ten aanzien van 2019 licht gestegen, met iets meer dan 2 maanden tot 11,76 maanden, maar bevindt zich wel op het gemiddeld niveau van de laatste vijf jaar.

In de Nederlandstalige afdeling is de gemiddelde doorlooptijd gestegen van 10,55 maanden in 2019 naar 12,33 maanden in 2020. In de Franstalige afdeling stijgt de gemiddelde doorlooptijd van 5,62 maanden in 2019 naar 9,18 maanden in 2020.

Vermits het een gering aantal arresten in die materie betreft, kunnen uit de schommeling van de cijfers inzake de voortgang van de zaken geen pertinente conclusies worden getrokken.


Evolutie van de gemiddelde doorlooptijd
D-zaken

2016 2017 2018 2019 2020
N 14,63 12,74 13,67 10,55 12,33
F 7,24 4,52 10,01 5,62 9,18
N+F 12,62 11,29 12,50 9,68 11,76

Het merendeel van de in 2020 uitgesproken D-zaken, m.n. 73 pct., werd behandeld op een termijn van minder dan één jaar.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - D-Zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Iets meer dan de helft van de zaken van de openstaande werkvoorraad werd in 2020 ingediend. Er staan geen D-zaken van vóór 2018 meer open.

Chiffres globaux
Werkvoorraad - D-Zaken
Neergelegd in...

F-Zaken

De fiscale zaken vormen, na de C-zaken, het tweede grootste pakket aan zaken binnen de civiele sector sensu lato en worden doorgaans door de magistraten van de eerste en derde kamer behandeld.

Instroom, uitstroom en werkvoorraad restante

Instroom

Het Totaale aantal nieuwe fiscale zaken is in 2020 ten aanzien van 2019 globaal genomen met 6 eenheden gestegen tot 175 zaken, wat neerkomt op een beperkte stijging met 3,55 pct. Deze stijging is toe te schrijven aan een stijging van het aantal nieuwe Nederlandstalige F-zaken met 20 eenheden tot 123 nieuwe zaken (een stijging met 19,42 pct.). Het aantal nieuwe Franstalige F-zaken is met 14 eenheden gedaald tot 52 nieuwe zaken (een daling met 26,29 pct.).

Ook het aantal nieuwe F-zaken bevindt zich op het gemiddeld niveau van de laatste tien jaar. Over een langere periode van twintig jaar blijkt evenwel dat het aantal nieuwe F-zaken voor het Hof exponentieel is gestegen. In 2001 bedroeg het aantal nieuwe F-zaken immers slechts 88 eenheden. In vergelijking met dit jaar ligt het aantal nieuwe F-zaken in 2020 maar liefst 98,86 pct. hoger.

Alle nieuwe F-zaken die in 2020 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, zijn afkomstig van de hoven van beroep, met uitzondering van 1 zaak die afkomstig is van een rechtbank van eerste aanleg.

Uitstroom

Het aantal gewezen eindarresten is globaal met 4 eenheden gestegen tot 158 arresten (een stijging met 2,60 pct.) en bevindt zich op het gemiddeld niveau van de laatste tien jaar. De beperkte stijging in 2020 ten aanzien van 2019 is te danken aan een stijging van het aantal Franstalige eindarresten in F-zaken met 7 eenheden tot 60 arresten (een stijging met 13,21 pct.). Het aantal Nederlandstalige eindarresten is licht gedaald met 3 eenheden tot 98 arresten (een daling met 2,97 pct.).

De daling van het aantal Nederlandstalige eindarresten in F-zaken is volledig te wijten aan het feit dat het Hof de behandeling van 15 Nederlandstalige F-zaken die aanvankelijk voor einduitspraak in oktober werden vastgesteld, omwille van de op dat ogenblik geldende coronamaatregelen, naar januari 2021 heeft moeten uitstellen. Zonder dit uitstel, zou het aantal einduitspraken in Nederlandstalige F-zaken ten aanzien van 2019 eveneens zijn gestegen.

De meeste eindarresten die in 2020 in F-zaken werden gewezen, hebben betrekking op de inkomstenbelasting. Het betreft 56,33 pct. van de zaken, tegenover 18,99 pct. btw-zaken, 17,01 pct. zaken inzake lokale belastingen en 7,67 pct. diverse zaken.

Het parket heeft – naast zijn gepubliceerde conclusies “in substantie” – in 2020 in 69 Nederlandstalige F-zaken een schriftelijke conclusie neergelegd, dit is 70,41 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Nederlandstalige C-zaken. In Franstalige F-zaken werden 20 schriftelijke conclusies neergelegd, dit is 50 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Franstalige F-zaken.

Vermeldenswaard is dat het Hof in 2020 in 2 Nederlandstalige F-zaken een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof stelde. Ook is voor het Grondwettelijk Hof nog een prejudiciële vraag hangende die door het Hof in 2019 werd gesteld.

Werkvoorraad

Aangezien het aantal nieuwe F-zaken het aantal in 2020 gewezen eindarresten in F-zaken met 17 eenheden overtreft, bedraagt de clearance rate in F-zaken voor 2020 slechts 90,29 pct. en is de op het einde van 2020 openstaande werkvoorraad in fiscale zaken in vergelijking met 2019 gestegen tot 309 zaken, wat neerkomt op een stijging met 5,82 pct.

Die stijging is toe te schrijven aan een stijging van de Nederlandstalige werkvoorraad met 14,20 pct., tot 201 eenheden, wat het logische gevolg is van enerzijds de stijging van het aantal nieuwe Nederlandstalige F-zaken en anderzijds het uitstel van de einduitspraak in een aantal F-zaken omwille van de coronamaatregelen. De Franstalige werkvoorraad is met 6,90 pct. gedaald tot 108 eenheden.

De stijging van de werkvoorraad in F-zaken die zich over de voorbije tien jaar liet optekenen, zet zich aldus in 2020 verder door. De werkvoorraad in F-zaken eind 2020 ligt 48,55 pct. hoger dan eind 2011 en zelfs 90,74 pct. hoger dan eind 2001, wat vooral verband houdt met het gestegen aantal nieuwe F-zaken (cf. supra).

Vooral in deze F-zaken bestaat bezorgdheid omtrent de werkvoorraad die, ondanks de zware inspanningen, de laatste tien jaar in sterk stijgende lijn gaat. De vaststelling dringt zich op dat er de laatste jaren globaal meer nieuwe zaken worden ingeleid dan er arresten kunnen worden uitgesproken. De voorraad is ondertussen uitgegroeid tot bijna het dubbele van het gemiddeld aantal arresten per jaar in deze materie, wat zorgwekkend is en het Hof met de huidige invulling van de wetenschappelijke ondersteuning in deze gespecialiseerde materie niet kan afbouwen.

De vraag rijst hoe lang deze stijging van de werkvoorraad in F-zaken kan blijven aanhouden en welke beleidsmatige conclusies het Hof daaraan moet koppelen.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan F-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Antwerpen 44 50 54 48 40 23 25 30 22 20
Brussel N 12 50 54 48 40 23 25 30 22 20
Bruxelles F 28 32 23 25 31 17 23 26 17 9
Gent 45 44 53 59 70 48 34 49 59 70
Liège 21 28 21 35 29 30 43 23 33 24
Mons 38 28 14 38 19 24 15 18 16 24
Rb. 1 0 0 0 0 0 0 1 0 1
Ondrb. 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vred. 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0
Overige 1 0 0 0 0 0 1 0 0 0
Totaal 176 206 178 228 205 159 162 173 169 175
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Uitspraken

Het aantal cassaties in F-zaken is in 2020 gedaald tot 25 pct., terwijl dit in 2019 40 pct. bedroeg. Het aantal vernietigingen bevindt zich thans op het laagste niveau van de laatste vijf jaar.

Wanneer een advocaat bij het Hof van Cassatie in de zaak tussenkomt, is er sprake van vernietiging in 29 pct. van de gevallen. Zonder deze tussenkomst is dit slechts 19 pct., waaruit kan worden afgeleid dat het wenselijk zou zijn om de verplichte tussenkomst van de advocaten bij het Hof uit te breiden tot fiscale zaken[3].

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Voortgang van de zaken

De vaak complexe en zeer technische aard van F-zaken en de omvang van de werkvoorraad in F-zaken hebben een duidelijke impact op de voortgang van deze dossiers in vergelijking met de andere materies. De voortgang van de F-zaken verloopt in vergelijking met de andere materies trager.

Doorlooptijd

Toch kon de gemiddelde doorlooptijd van de in 2020 behandelde Nederlandstalige F-zaken voor het eerst in lange tijd worden verminderd, met meer dan 4,5 maanden, tot 19,32 maanden.

De gemiddelde doorlooptijd van de in 2020 behandelde Franstalige F-dossiers bedraagt 17,26 maanden, wat neerkomt op een stijging met iets meer dan anderhalve maand in vergelijking met 2019.


Evolutie gemiddelde doorlooptijd
F-Zaken

2016 2017 2018 2019 2020
N 17,90 18,33 21,97 23,97 19,32
F 13,31 24,30 15,84 15,63 17,26
N+F 16,20 20,85 18,69 21,10 18,53

Een relatief groot aandeel van de eindarresten (82 pct.) werd uitgesproken in F-zaken die reeds meer dan 1 jaar op de griffie werden ingeschreven. Het merendeel van de F-zaken waarin in 2020 een eindarrest werd geveld, met name 85 pct., werd uitgesproken op een termijn van minder dan 2 jaar.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - F-Zaken

[3] Die wijziging wordt voorgesteld in het Verslag van de procureur-generaal aan het parlementair comité belast met de wetsevaluatie.

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Van de op het einde van 2020 nog openstaande werkvoorraad in F-zaken werd 54 pct. ingediend in 2020, wat betekent dat een relatief groot percentage openstaande F-zaken reeds meer dan 1 jaar op de rol van het Hof zijn ingeschreven, hetgeen de bezorgdheid van het Hof omtrent de omvang van de werkvoorraad in F-zaken (cf. supra) bevestigt.

Chiffres globaux
Werkvoorraad - F-Zaken
Neergelegd in...

P-Zaken

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

Nadat het aantal nieuwe strafdossiers in 2016 en 2017 beduidend afnam door de ingevoerde wettelijke filters, werd in 2018 een stagnatie van het aantal nieuwe strafdossiers vastgesteld, in 2019 zelfs een lichte stijging. Deze lichte stijging zet zich in 2020 verder door. In 2020 is het aantal nieuwe strafdossiers met 11 eenheden gestegen ten opzichte van 2019, wat neerkomt op een stijging met 0,82 pct.

De stijging van het aantal nieuwe P-zaken in 2020 is toe te schrijven aan een stijging van het aantal P-zaken dat op de Nederlandstalige rol werd ingeschreven met 33 eenheden tot 812 zaken (een stijging met 4,24 pct. in vergelijking met 2019).

Het aantal nieuwe P-zaken op de Franstalige rol is daarentegen met 22 eenheden gedaald tot 551 zaken (een daling met 4,17 pct. in vergelijking met 2019). Die daling lijkt te kunnen worden gelinkt aan een vertraging in de doorstroming vanuit de hoven en rechtbanken, wellicht onder invloed van de covid-beperkingen.

Van de nieuwe P-zaken die in 2020 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, waren:

Vooral het aantal nieuwe P-zaken afkomstig van de correctionele rechtbanken is reeds jaren in een duidelijk dalende lijn.

Van de advocaten die afhangen van de Orde van Vlaamse Balies, zijn thans 858 advocaten houder van een getuigschrift van opleiding in cassatieprocedures. Bij de advocaten die afhangen van de Ordre des Barreaux francophones et germanophone, zijn 392 advocaten houder van een dergelijk getuigschrift. Daarnaast zijn er respectievelijk voor beides ordes telkens 53 advocaten die krachtens de wet van dat getuigschrift zijn vrijgesteld.

In 2020 legden de advocaten in 60 pct. van de zaken een memorie neer. Het spreekt voor zich dat het onderzoek van de middelen, aangevoerd in de memories, de werklast van het Hof verhoogt. Anderzijds laat dit het Hof ook toe zijn essentiële taken beter uit te voeren, namelijk de eenheid van de rechtspraak en de rechtsontwikkeling in ons land te bevorderen en de rechtszekerheid van de burger te waarborgen, wat wordt toegejuicht.

Uitstroom

Het aantal in 2020 uitgesproken eindarresten is in vergelijking met 2019 zeer licht gedaald, met amper 7 eenheden tot 1372 arresten. Een stijging van het aantal Nederlandstalige P-arresten met 17 eindarresten compenseert een daling van het aantal Franstalige P-arresten met 24 eenheden. De laatste drie jaar blijft het aantal uitgesproken P-arresten nagenoeg constant.

Het Hof stelde daarnaast in 1 P-zaak een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof.

Het parket heeft – naast zijn gepubliceerde conclusies “in substantie” – in 2020 in 16 Nederlandstalige P-zaken een schriftelijke conclusie neergelegd, dit is 1,95 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Nederlandstalige P-zaken. In Franstalige P-zaken werden 44 schriftelijke conclusies neergelegd, dit is 7,99 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Franstalige P-zaken.

Het jaarverslag van 2017 maakte melding van een significante daling van het aantal uitgesproken arresten inzake voorlopige hechtenis. Hierbij werd de verwachting uitgedrukt dat deze trend een kentering zou ondergaan door de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof die bepaalt dat een cassatieberoep niet enkel mogelijk is tegen de eerste beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis, maar tegen alle handhavende beslissingen. Nadat in 2018 en 2019 inderdaad een stijging van het aantal uitgesproken arresten inzake voorlopige hechtenis in vergelijking met het voorgaande jaar werd genoteerd (135 arresten in 2018 en 194 arresten in 2019 tegen 69 arresten in 2017), steeg dit aantal in 2020 verder tot 229 arresten (104 in het Nederlands en 125 in het Frans), wat een stijging inhoudt met maar liefst 232 pct. in vergelijking met 2017.

Werkvoorraad

Sinds 2015 overschrijdt het aantal uitgesproken P-arresten systematisch het aantal nieuwe P-zaken, waardoor de werkvoorraad in P-zaken systematisch en jaar na jaar daalt. Ook in 2020 overschrijdt in de Nederlandstalige kamer het aantal uitgesproken eindarresten het aantal nieuwe dossiers, zodat de voorraad door die kamer te wijzen zaken met 9 eenheden is verminderd (min 4,91 pct. vergeleken met de toestand op 31 december 2019) en de clearance rate 101,11 pct. bedraagt. Ook in de Franstalige kamer overschrijdt het aantal in 2020 uitgesproken eindarresten opnieuw het aantal nieuwe dossiers, zodat de voorraad door die kamer te wijzen zaken met 10 eenheden is verminderd (min 6,77 pct. vergeleken met de toestand op 31 december 2019) en de clearance rate 101,85 pct. bedraagt.

De Totaale werkvoorraad in P-zaken bedraagt eind 2020, over de beide taalrollen heen, slechts 361 eenheden (daar waar deze werkvoorraad op zijn hoogtepunt in 2014 nog 1020 eenheden bedroeg).

Het aantal eindarresten opgenomen in de volgende drie tabellen omvat de beschikkingen van niet-toelaatbaarheid.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan P-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Antwerpen 405 363 401 369 281 215 208 252 273 288
Brussel N 171 113 158 125 98 88 66 78 62 75
Bruxelles F 301 319 319 250 189 140 145 185 166 175
Gent 335 345 316 355 261 187 148 169 165 231
Liège 319 255 229 204 214 133 124 131 147 153
Mons 82 91 67 83 78 57 60 69 97 72
Arbh. Antwerpen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Brussel N 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Bruxelles F 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Gent 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Liège 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Arbh. Mons 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ass. 26 36 30 27 34 21 19 5 12 14
Rb. 2 3 1 0 1 0 0 0 0 0
Corr. 400 425 379 405 407 356 415 324 294 195
Pol. 0 5 4 1 1 3 2 8 1 1
Overige 109 136 183 151 150 136 131 98 125 149
Totaal 2151 2091 2087 1970 1714 1336 1318 1319 1342 1353
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Uitspraken

Voor een bespreking van de cassatiepercentages in P-zaken, kan grotendeels naar de bespreking van de globale gegevens worden verwezen. Zoals daar vermeld, bedraagt het cassatiepercentage in P-zaken in 2020 14 pct., wat overeenkomt met het gemiddeld cassatiepercentage over de laatste vijf jaar. In de onderstaande grafiek worden de cassatiepercentages per ressort (cf. supra) op een alternatieve manier weergegeven.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Voortgang van de zaken

Voor een bespreking van de cassatiepercentages in P-zaken, wordt eveneens grotendeels naar de bespreking van de globale gegevens verwezen. Zoals daar vermeld, is de gemiddelde doorlooptijd in P-zaken in 2020 gedaald naar een historisch laag niveau van 2,85 maanden. Maar liefst twee derde van de in 2020 uitgesproken P-zaken werd behandeld op een termijn van minder dan drie maanden. Het gros van de op het einde van 2020 nog openstaande zaken (81 pct.) werd in de loop van 2020 ingediend.


S-Zaken

Volgens de wet worden S-zaken behandeld door de derde kamer van het Hof. De wet bepaalt eveneens dat een aantal leden van het Hof blijk moet geven van specifieke ervaring in sociale zaken. Van de raadsheren met ervaring in sociale zaken zijn er drie Franstalig en twee Nederlandstalig.

De derde kamer behandelt daarnaast ook C-zaken. Zo heeft de Nederlandstalige derde kamer in 2020 113 C-zaken en de Franstalige kamer 57 C-zaken behandeld. Sommige van die dossiers, die niet als zuivere S-dossiers kunnen worden aangemerkt, hebben wel betrekking op materies die verwant zijn met het arbeidsrecht of het socialezekerheidsrecht.

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

In sociale zaken is het aantal nieuwe zaken voor de Nederlandstalige kamer gestegen van 42 dossiers in 2019 naar 44 dossiers in 2020 en voor de Franstalige kamer van 50 tot 57. Het aantal nieuwe zaken in 2020 ligt daarmee in lijn met het aantal nieuwe zaken dat in de laatste vijf jaar gemiddeld op de griffie van het Hof werd ingeschreven, maar is wel substantieel lager dan het aantal nieuwe zaken in 2011.

Nagenoeg alle nieuwe S-zaken die in 2020 op de griffie van het Hof werden ingeschreven, zijn afkomstig van de arbeidshoven. 1 zaak is afkomstig van de arbeidsrechtbank, 1 van de correctionele rechtbank en 1 van het hof van beroep.

Uitstroom

Het aantal uitgesproken eindarresten in sociale zaken bleef in de Nederlandstalige kamer constant en bedraagt net zoals in 2019 32 eenheden. In de Franstalige kamer daalde het aantal uitgesproken arresten met 13 eenheden (van 54 arresten in 2019 naar 41 arresten in 2020).

Het Hof velde daarnaast in S-zaken 1 tussenarrest, waarbij een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof werd gesteld.

Het parket heeft in 2020 – naast zijn gepubliceerde conclusies “in substantie” – in 7 Nederlandstalige S-zaken een schriftelijke conclusie neergelegd, dit is 21,88 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Nederlandstalige sociale zaken. In Franstalige S-zaken werd in 27 zaken een schriftelijke conclusie neergelegd, dit is 65,85 pct. van het aantal in 2020 uitgesproken Franstalige sociale zaken.

In 2020 werden 7 bijzondere rechtszittingen georganiseerd waarin telkens alle gespecialiseerde magistraten van beide taalrollen hebben gezeteld om zo de gespecialiseerde kennis binnen het Hof optimaal aan te wenden en de eenheid van rechtspraak van de twee afdelingen van de derde kamer te bevorderen. Op die rechtszittingen werden 41 arresten gewezen. Die succesvolle ervaring die een paar jaar geleden is begonnen zal het volgende jaar worden voortgezet.

Werkvoorraad

Doordat het aantal nieuwe zaken het aantal gewezen arresten overtreft, stijgt het globale aantal nog te wijzen S-zaken met 28 eenheden tot 159 zaken in vergelijking met de situatie in 2019 (een stijging met 21,37 pct.). Aldus bedraagt de clearance rate in S-zaken slechts 72,28 pct.

Het wordt opgemerkt dat de werkvoorraad in sociale zaken over de laatste vijf jaar stelselmatig toeneemt.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

<

Deze tabel geeft de evolutie van de instroom aan S-zaken per ressort over de laatste tien jaar weer.

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Arbh. Antwerpen 26 32 34 13 21 19 22 20 17 19
Arbh. Brussel N 14 22 20 13 24 5 6 17 9 15
Arbh. Bruxelles F 37 36 32 30 20 23 23 22 20 27
Arbh. Gent 31 18 15 15 20 23 10 8 16 10
Arbh. Liège 36 23 21 25 38 17 24 27 17 20
Arbh. Mons 9 19 12 15 8 6 9 10 13 8
Arbrb. 1 2 0 0 0 1 0 0 0 1
Corr. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
Overige 0 2 0 0 4 0 1 0 0 0
Totaal 154 154 134 111 135 94 95 104 92 101
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Uitspraken

Het aantal cassaties is ten aanzien van het jaar 2019 gedaald en bedraagt momenteel ongeveer 37 pct. Het aantal vernietigingen in de Nederlandstalige en Franstalige afdeling bevindt zich op hetzelfde niveau. Over een langere periode kan worden vastgesteld dat het jaarlijks percentage vernietigingen globaal tussen 35 en 45 pct. varieert.

Om de exacte gegevens te raadplegen, klik hier.

Voortgang van de zaken

Doorlooptijd

De gemiddelde doorlooptijd van de sociale zaken die in 2020 werden behandeld, bedroeg globaal 16,99 maanden. De gemiddelde doorlooptijd voor de Nederlandstalige S-zaken is gedaald (van 22,28 maanden in 2019 naar 18,84 maanden in 2020), terwijl de gemiddelde doorlooptijd van de Franstalige S-zaken is gestegen (van 12,78 maanden in 2019 naar 15,54 maanden in 2020).


Evolutie gemiddelde doorlooptijd
S-zaken

2016 2017 2018 2019 2020
N 17,14 18,62 22,62 22,28 18,84
F 22,86 12,71 10,82 12,78 15,54
N+F 20,51 15,94 16,66 16,31 16,99

Het merendeel van die zaken, met name 78 pct. werd uitgesproken op een termijn van minder dan 2 jaar. 22 pct. werd uitgesproken op een termijn van meer dan twee jaar.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - S-Zaken

Voortgang van de openstaande werkvoorraad

Van de op het einde van 2020 nog openstaande werkvoorraad werd het merendeel (59 pct.) ingediend in 2020. 17 pct. van de openstaande werkvoorraad in S-zaken is reeds meer dan twee jaar op de griffie van het Hof ingeschreven.

Chiffres globaux
Weerkvoorraad - S-Zaken
Neergelegd in...

Voorzichtigheid is geboden bij de beoordeling van de relatief trage vooruitgang die uit deze cijfers blijkt. Het aantal sociale geschillen is immers vrij beperkt en de aard van de dossiers is vaak complex. Dit neemt niet weg dat dient te worden vastgesteld dat de werkvoorraad de laatste jaren toeneemt. Een en ander kan worden gekoppeld aan de vaststelling dat de raadsheren met een specifieke ervaring in sociale zaken eveneens in de civiele materies als verslaggever optreden en zetelen. Met 159 zaken in voorraad tegenover 73 arresten in S-zaken per jaar betekent dit dat op dit ogenblik meer dan 2 jaar nodig is om uitsluitend deze stock (met uitsluiting van de nieuwe zaken) weg te werken.


G-Zaken

Instroom, uitstroom en werkvoorraad

Instroom

In 2020 werden 244 nieuwe aanvragen tot rechtsbijstand ingediend, tegenover 237 in 2019, wat het gemiddelde van de voorgaande jaren evenaart.

Uitstroom

Het Bureau voor rechtsbijstand heeft alle aanvragen behandeld en 237 definitieve beslissingen geveld. Om het aantal fysieke zittingen in coronatijden te beperken, zijn het merendeel van de beslissingen inzake rechtsbijstand beschikkingen van de eerste voorzitter dan wel een sectievoorzitter geworden.

Uitspraken

146 beslissingen in 2020 kenden de rechtsbijstand toe. In 91 beslissingen werd tot een verwerping besloten. Aldus bedraagt het percentage toekenningen 38,40 pct., tegenover 61,60 pct. verwerpingen. Dit stemt overeen met het gemiddelde van de voorbije jaren.

Van de beslissingen tot verwerping werden er 73 genomen na advies van een advocaat bij het Hof over de redelijke kansen op succes van een cassatieberoep.

In 2020 hebben de advocaten bij het Hof in totaal 143 adviezen gegeven, tegenover 132 in 2019, 115 in 2018, 125 in 2017 en 130 in 2016.

Chiffres globaux

Voortgang van de zaken

Voor de Nederlandstalige G-zaken die in 2020 werden behandeld, bedroeg de doorlooptijd gemiddeld 2,6 maanden. De gemiddelde doorlooptijd voor de Nederlandstalige zaken steeg van 2,9 maanden in 2019 naar 3,3 maanden in 2020. Ook voor de Franstalige G-zaken steeg de gemiddelde doorlooptijd licht, van 1,6 maanden in 2019 naar 2,05 maanden in 2020.


Evolutie gemiddelde doorlooptijd
G-zaken

2016 2017 2018 2019 2020
N 1,82 1,93 1,91 2,98 3,31
F 1,63 1,92 1,78 1,64 2,05
N+F 1,70 1,92 1,84 2,21 2,66

Het merendeel van die zaken, met name 89 pct. werd uitgesproken op een termijn van minder dan 3 maanden.

Chiffres globaux
Doorlooptijd - G-Zaken

H-Zaken

In deze categorie worden de prejudiciële verwijzingen naar het Hof van Cassatie opgenomen. Er werden in 2020 geen H-zaken ingeleid of berecht.


Bijzondere procedures

In 2020 werden 3 arresten in verenigde kamers gewezen (een kamer bestaande uit minstens 11 raadsheren uit beide taalgroepen) ter beslechting van attributieconflicten.

Daarnaast werden in 2020 4 arresten in voltallige kamer gewezen (een kamer bestaande uit 9 raadsheren uit beide taalgroepen). Het Hof houdt zitting in voltallige kamer op beslissing van de eerste voorzitter, op suggestie van de raadsheer-rapporteur of de sectievoorzitter, hetzij omdat een bepaalde zaak principiële vragen doet rijzen die niet op evidente wijze door de ene of de andere afdeling kunnen worden afgehandeld, hetzij omdat een afdeling in een bepaalde zaak een ommekeer van een vaststaande rechtspraak overweegt, hetzij omdat door het Hof in voorgaande zaken met een gelijkaardige strekking tegenstrijdige beslissingen werden gewezen. De zitting in voltallige kamer beoogt aldus de rechtseenheid te handhaven.


Commissie voor de onwerkzame voorlopige hechtenis

In 2020 werden 26 nieuwe verzoekschriften voor de Commissie voor de onwerkzame voorlopige hechtenis ingediend (16 Nederlandstalig en 10 Franstalig).

Er werden 23 beslissingen gewezen (18 Nederlandstalig en 5 Franstalig).

Zijn nog in behandeling: 15 dossiers op de Nederlandse rol en 11 dossiers op de Franse rol.


Conclusie

Impact Covid-pandemie

Het SARS-CoV-2 coronavirus en de door de overheid opgelegde maatregelen als gevolg van het virus hebben, anders dan verwacht en ook anders dan de eerste cijfers van buitenlandse hoogste gerechtshoven laten uitschijnen, slechts een beperkte impact gehad op de cijfers die het Belgische Hof van Cassatie voor 2020 kan voorleggen.

Wat de cijfers voor 2020 betreft, blijkt immers enerzijds dat het aantal nieuwe cassatieberoepen dat bij het Hof in dit jaar aanhangig is gemaakt, slechts licht is gedaald tot 2.484 eenheden, wat overeenkomt met een verwaarloosbare daling van 1,11 procent in vergelijking met het jaar 2019. Het aantal nieuwe zaken blijft hierdoor op het gemiddelde niveau van de afgelopen vijf jaar.

Anderzijds is, ondanks de Covid-context en het feit dat het Hof tijdens de tweede besmettingsgolf de behandeling van verschillende zaken moest uitstellen tot 2021, het aantal eindarresten in 2020 globaal genomen tot 2463 eenheden gestegen, wat overeenkomt met een stijging van 0,94 procent ten aanzien van het aantal gewezen eindarresten in 2019. Zonder dit uitstel, was het aantal uitspraken in 2020 nog hoger.

Deze goede resultaten zijn uiteraard in de eerste plaats te danken aan de enorme inzet van alle medewerkers en hun bereidheid om zich op korte termijn aan te passen aan het werken in Covid-omstandigheden.

De beperkte impact van Covid op de werking van het Hof is daarnaast ook een gevolg van de specifieke werkwijze van het Hof van Cassatie, waarbij twee vaststellingen kunnen worden gemaakt.

Positief is dat de cassatieprocedure, met zijn korte oproepingstermijn, in covid-tijden toeliet snel in te spelen op de concrete omstandigheden, zoals de pandemie-restricties van 2020. Wanneer rechtszittingen dienden te worden uitgesteld, kon dit snel gebeuren, zonder dat de rechten van de rechtzoekenden hierdoor in het gedrang kwamen, vermits de zaken meteen ook, soms binnen een paar weken tot een paar maanden, opnieuw konden worden vastgesteld, desgevallend in dubbele of driedubbele gecombineerde of inhaalzittingen.

Negatief is dat de achterstand van het Hof inzake elektronisch procederen in Covid-tijden pijnlijk duidelijk is geworden. Het spreekt voor zich dat de rechtscolleges van binnen- en buitenland die wel over deze mogelijkheid beschikten en beschikken ook het best gewapend waren en zijn tegen de praktische moeilijkheden veroorzaakt door de pandemie en met minder risico’s verder konden en kunnen werken. Op dit vlak heeft het Hof van Cassatie nog een lange weg te gaan. De omstandigheden waarin de cassatieberoepen nog fysiek worden neergelegd ter griffie of waarin op dezelfde griffie dossiers dienen te worden geconsulteerd, vormen geen ideaal beeld in Covid-tijden. Een paar versnellingen hoger schakelen inzake het elektronisch procederen gekoppeld aan een upgrade van het eigen “syscas” is dan ook de evidente weg te gaan voor een meer efficiënte maar meteen ook veiliger werkwijze.

Algemene conclusie – bezorgdheid over de werkvoorraad…

Aangezien het aantal in 2020 gewezen eindarresten licht onder het aantal nieuwe cassatieberoepen ligt, bedraagt de clearance rate globaal genomen bijna 100 pct., met name 99,15 pct., en is het Totaale aantal hangende zaken eind 2020 slechts met 21 eenheden gestegen in vergelijking met 2019, wat overeenkomt met een lichte stijging van 1,30 procent. Zonder voormeld uitstel van een aantal zaken omwille van de coronamaatregelen, zou de clearance rate boven 100 pct. hebben gelegen en zou de werkvoorraad van het Hof licht zijn gedaald.

Tegelijk is de gemiddelde doorlooptijd in zowel civiele als penale materies, niettegenstaande de onmiskenbare impact op de gemiddelde doorlooptijd van het uitstel van de behandeling van een aantal zaken aan het begin van de eerste besmettingsgolf, ten aanzien 2019 licht gedaald, wat betekent dat het Hof de zaken gemiddeld genomen op een kortere termijn kon afronden.

Deze bemoedigende cijfers voor het werkjaar 2020 kunnen niet verdoezelen dat er sedert een aantal jaren een negatieve werkvoorraad wordt opgebouwd. Op dit punt zijn er, zoals hoger herhaaldelijk bij de behandeling per materie is gebleken, expliciete bezorgdheden over de omvang van bepaalde werkvoorraden voornamelijk in meer gespecialiseerde materies, zoals fiscale zaken. De oorzaken worden intern onderzocht, maar het staat vast dat deze werkvoorraden niet of niet voldoende kunnen worden afgebouwd met de bestaande ondersteuning. Een verruiming van zowel de magistraten op het parket en in de zetel als van de wetenschappelijke en juridische ondersteuning via een bijzonder actieplan is aangewezen.

Een en ander heeft wellicht ook te maken met de wijziging in de soort zaken die aan het Hof worden voorgelegd. Niet alleen worden deze steeds complexer, maar bovendien is de instroom van de zaken en van de rechtsvragen die aan het Hof worden voorgelegd in de loop van de laatste decennia steeds diverser geworden, wat een nog meer verregaande specialisatie vereist. Over deze evolutie 2000-2020 is een diepgaander studie nodig. Hiermee is het Hof intern reeds van start gegaan.