Belangrijkste conclusies
van het openbaar ministerie

Burgerlijk recht

Familierecht

Heeft de minderjarige enige procesbekwaamheid wanneer het een geschil betreft over de verblijfsregeling of de uitoefening van het recht op persoonlijk contact door de ouder die niet het ouderlijk gezag uitoefent?, Cass. 10 februari 2020, C.15.0200.N;

Wanneer de verkrijging, instandhouding en/of verbetering van een eigen goed wordt gefinancierd door een door beide echtgenoten aangegane lening, welke vergoeding is het eigen vermogen bij de ontbinding van het stelsel aan het gemeenschappelijk vermogen verschuldigd?, Cass. 7 september 2020, C.17.0576.N;

De problematiek betreft de toepassing van artikel 348-11, tweede en derde lid, Burgerlijk Wetboek. Het betreft de vraag onder welke voorwaarden de rechter over de weigering van toestemming tot adoptie, door de moeder van het kind, kan heen stappen, Cass. 7 september 2020, C.17.0709.N;

Het betreft de vraag of een verblijvingsbeding een rol zal spelen bij de erfrechtelijke verrekening, gelet op de inhoud van artikel 850 Burgerlijk Wetboek, Cass. 7 december 2020, C.19.0488.N.

Zakenrecht

Het lot van een zakelijk recht dat rechtsgeldig is gevestigd op een onroerend goed en dat nadien wordt verbeurdverklaard, Cass. 20 februari 2020, C.18.0465.N;

De voorwaarden voor het gebruik van een weg als erfdienstbaarheid van openbaar nut, Cass. 11 september 2020, C.19.0449.N.

Verbintenissen

Wat is de invloed van de algemene regeling bedoeld in artikel 144 van de wet op de Ziekenhuizen 2008 op de individuele overeenkomst die gesloten is met de ziekenhuisarts?, Cass. 10 februari 2020, C.19.0041.N;

Heeft het gegeven dat de verrijking vermindert door omstandigheden die niet aan de verrijkte zijn toe te rekenen, enige invloed op de terugbetalingsverplichting?, Cass. 9 maart 2020, C.19.0216.N;

De draagwijdte van derde-medeplichtigheid aan contractbreuk, Cass. 4 juni 2020, C.19.0070.N;

De draagwijdte van het begrip “kooplieden” in artikel 1362, tweede lid, Burgerlijk Wetboek, Cass. 4 juni 2020, C.19.0312.N;

Het eigenbelang als onderliggende intentie van de wil in het kader van de vermogensverschuiving zonder oorzaak, Cass. 4 juni 2020, C.19.0371.N;

De aard van de vordering wegens gebrek aan conforme levering die de koper kan instellen tegen een voorafgaande verkoper in een keten van koopovereenkomsten, Cass. 2 oktober 2020, C.20.0005.N;

Met welke middelen kan de verplichting tot teruggave als gevolg van een verrijking zonder oorzaak worden aangetoond?, Cass. 16 november 2020, C.17.0458.F.

Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

De mogelijkheid voor een particuliere tussenpersoon om een vordering te richten tegen de Belgische Staat in terugbetaling van een heffing die hij heeft betaald en die in strijd is met het Unierecht, Cass. 20 februari 2020, C.18.0572.N;

De terugvordering, door de werkgever, bij wijze van vergoeding van de uit het misdrijf voortvloeiende schade, van de bijkomende vergoeding die aan de beschermde werknemer wordt toegekend in geval van schorsing, door het arbeidsgerecht, van de overeenkomst tijdens de procedure tot aanneming van de dringende reden, Cass. 3 juni 2020, P.20.0278.F.

Bijzondere overeenkomsten

De pachtoverdracht “mortis causa” ten voordele van de echtgenote van een afstammeling, Cass. 2 oktober 2020, C.19.0416.N;

De vraag of de pacht van rechtswege eindigt bij het aflopen van de negenjarige termijn die loopt op het moment dat het vruchtgebruik stopt, dan wel of de naakte eigenaar die, door het einde van het vruchtgebruik, volle eigenaar is geworden, een handeling dient te stellen waarmee de pachter in kennis wordt gesteld van de wil om de pacht te beëindigen, Cass. 7 december 2020, C.19.0390.N.

Verjaring

Het aanvangspunt van de verjaringstermijn van een vrijwaringsvordering tegen de Belgische Staat in het kader van onverschuldigd betaalde heffingen, Cass. 20 februari 2020, C.18.0575.N.