Voorwoord

Ook in 2021: blijvende impact van de pandemie op de werking van het Hof van Cassatie

2021 was opnieuw een bijzonder jaar. Hoewel voor het tweede jaar op rij Covid-19 dominant aanwezig was in het wereldnieuws, bleef de invloed van deze pandemie op de dagelijkse werking van het Hof, dankzij de inzet van eenieder, beperkt.

De reeds tijdens de eerste golf in 2020 in gebruik genomen organisatorische maatregelen om de zittingen en de beraadslagingen "corona-proof" te laten verlopen, werden in 2021 voortgezet, zodat er ook dit jaar geen zittingen dienden te worden opgeschort of afgeschaft. Waar nodig werd beroep gedaan op plaatsvervangers, terwijl op de griffie en het parketsecretariaat aparte en afgescheiden équipes in het leven werden geroepen om zo de werking te kunnen blijven garanderen. De gewone zittingszaal en raadkamer bleven grotendeels ongebruikt ten gunste van de afstandsregels-respecterende ruime plechtige zittingszaal. Daarnaast werd het oudste deel van de bibliotheek van het Hof, met zijn op afstand geplaatste vergadertafels, nagenoeg dagelijks ingepalmd voor beraadslagingen en vergaderingen.

De digitaal voorbereidende vergaderingen werden in sommige kamers het nieuwe normaal en ook de algemene vergaderingen van het Hof vonden plaats in een hybride vorm (deels via webex, deels met een beperkte "live" aanwezigheid), wat het blijvend belang voor voldoende technische ondersteuning om te vergaderen en te overleggen via webex en videoconferentie onderstreept. Verdere stappen werden hiervoor gezet in 2021, maar het Hof dient hierbij nog steeds een technische achterstand in te halen.

Tussen de golven van de pandemie door werd de plechtige openingsvergadering van september 2021 georganiseerd met een beperkt aantal aanwezigen, maar met een ruime digitale verspreiding dankzij het IGO, de stafdienst ICT van de FOD Justitie en de eigen ICT-ondersteuning. Deze opening, met de opgemerkte mercuriale van eerste advocaat-generaal Mortier, kan thans nog steeds via YouTube worden beluisterd.

Ook bleef het Hof in de Covid-tijden in overleg met de supranationale en Europese zuster-hoven, waarbij het merendeel van de activiteiten ofwel in beperktere kring ofwel digitaal plaatsvonden. Een van de bijeenkomsten van het "Network of the Presidents of the Supreme Courts" had betrekking op de gevolgen van de pandemie op de werking van de hoogste hoven in de Europese Unie. Dit overleg bevestigde dat alle hoven thans voor dezelfde uitdagingen staan en bood nuttige inzichten over hoe hieraan tegemoet te komen.

Andere protocollaire en publieke activiteiten van het Hof werden noodgedwongen grotendeels opgeschort tot betere tijden. Voor het eerst in meer dan 75 jaar werd de Nieuwjaarsreceptie met de gebruikelijke ontvangst van o.m. overheids- en diplomatieke vertegenwoordigers en van collega's uit de hoogste hoven uit binnen- en buitenland met spijt afgelast. Bij belangrijke interne sociale contactmomenten, zoals bij het vertrek van een collega, werd gezocht naar veilige alternatieven in de buitenlucht. Die schaarse momenten, die verademing brachten, boden een warme steun.

Ook binnen de Cassatie-entiteit wegen de noodgedwongen social distancing en de al te beperkte contacten immers zwaar door, vooral omdat informele gesprekken, al dan niet over rechtspunten, in de wandelgangen dan wel tijdens een lunch in de (in 2021 helaas grotendeels gesloten) cafetaria van het gerechtsgebouw binnen het Hof erg gebruikelijk waren en door eenieder werden geapprecieerd. Maar ook op afstand of in de buitenlucht kunnen contacten stimulerend werken, wetende dat het einde van de tunnel in zicht is.

Daarnaast heeft de Covid-pandemie ook de geplande overstap naar de federaal ingevoerde boekhoudapplicatie "Fedcom" amper vertraagd. Ondanks de moeilijke omstandigheden werden in 2021, dankzij ook hier een grote inzet van alle betrokkenen (overigens boven hun kerntaken), de eerste vruchtbare stappen gezet, al is de kaap zeker nog niet gehaald.

Cijfers 2021: stijgende instroom in twee sectoren

Net als in 2020 had de pandemie ook in 2021 amper impact op de in- en uitstroom van zaken. Integendeel, de aanvoer van zaken was in 2021 aanzienlijk hoger dan de jaren voordien (opnieuw boven de 2.800 zaken), een cijfer dat het Hof in dit jaarverslag verder poogt te duiden (zie Het Hot van cassatie in cijfers). Ondanks de reeds geschetste moeilijkheden hielden de uitspraken hiermee gelijke tred, in die mate dat dit jaar het aantal uitgesproken arresten het aantal nieuwe dossiers licht overstijgt, met een positieve zogenaamde "clearance rate" tot gevolg.

Wel dient vastgesteld dat het Hof, ondanks alle inspanningen, niet kon voorkomen dat de werkvoorraad in bepaalde materies aanzienlijk blijft aangroeien, hoewel zijn globale werkvoorraad kon worden herleid. Twee sectoren springen hierbij in het oog: het fiscaal en het strafrechtelijk contentieux.

Voor de aangroei in de fiscale sector werd in het verleden reeds herhaaldelijk aandacht gevraagd. De omvang van dit contentieux neemt immers van jaar tot jaar toe, waarbij ook de onverwerkte werkvoorraad steeds verder stijgt. Zowel in eerdere jaarverslagen als in het "wetgevend verslag" van de procureur-generaal zijn reeds voorstellen gedaan om een bijkomende filter in te voeren voor het inleiden van deze zaken. Opnieuw blijkt een regulering dringend noodzakelijk. De fiscale stijging is typerend voor de trend van de laatste jaren: de inhoudelijke aard van de zaken wijzigt en de complexiteit neemt toe in een meergelaagde rechtsorde. Dit element komt ook zeer goed tot uiting in de studie die de cassatierechtspraak in de voorbije twintig jaar cijfermatig evalueert (zie Voorstellen de Lege Ferenda) en noopt tot meer structurele maatregelen, waarvoor een eerste stap is ondernomen in het actieplan Cassatie 2021-2022.

Daarnaast werd in 2021, enigszins opmerkelijk, een nieuwe onrustwekkende stijging bij de instroom van de strafzaken vastgesteld, met 25 pct. meer nieuwe zaken dan in 2020. Die stijging heeft, niettegenstaande het Hof in 2021 een hoger aantal penale eindarresten heeft kunnen wijzen dan in 2020, onvermijdelijk tot een stijging van de penale werkvoorraad geleid. Het is voorlopig onduidelijk of de stijging van het aantal nieuwe strafzaken een structurele oorzaak heeft, dan wel of die stijging eenmalig en van voorbijgaande aard is (gekoppeld aan door Covid-19 uitgestelde zaken bij de feitenrechters bijvoorbeeld). Het spreekt voor zich dat de verdere evolutie van de strafzaken nauwlettend zal worden opgevolgd en, zo nodig, maatregelen zullen worden genomen. Wel merkt het Hof hierbij op dat het gegeven dat een openstaande plaats voor een magistraat-penalist niet is ingevuld geraakt ondanks door het Hof gunstig geadviseerde kandidaten, waardoor de vacature opnieuw diende te worden gepubliceerd, de tijdige afwikkeling van het omvangrijk aantal P-zaken verder heeft bemoeilijkt.

Vast staat wel dat deze beide specifieke stijgingen, waarop het Hof geen impact heeft, verontrusten en, zeker wat de fiscale zaken betreft, de doelstelling om de doorlooptijd van de zaken voor het Hof af te bouwen, in het gedrang brengen.

Actieplan Cassatie 2021-2022 en begeleidende maatregelen

Een welkome budgettaire opening in 2021 heeft de Entiteit Cassatie ertoe aangezet om, in dialoog met de minister van justitie, een eigen actieplan uit te werken waarbij zij zich verder engageerde voor een kwaliteitsvolle, goede en snelle rechtsbedeling, met precisering van de prioriteiten eigen aan Cassatie.

Met het oog op de afbouw van de werkvoorraad en de vermindering van de doorlooptijd tot ongeveer één jaar, voornamelijk in de sector van de fiscale zaken, werd in het actieplan onder meer de uitbreiding van het kader met vier referendarissen vooropgesteld, alsook de integratie in het vaste kader van het Cassatieparket van twee plaatsen die thans via "opdracht" worden ingevuld. Nog in de loop van 2021 organiseerde het Hof daarom reeds intern de noodzakelijke proeven voor het aanleggen van een reserve aan referendarissen. De plaatsen voor de advocaten-generaal zijn recent gepubliceerd. Het spreekt evenwel voor zich dat indien de cijfers verder stijgen, verdere aanpassingen en desgevallend ook een overeenstemmende uitbreiding van de zetel aan de orde zijn.

Bijkomend prioritair aandachtspunt binnen het actieplan was de verdere uitbouw van een aangepaste steundienst voor het Hof (met de cellen personeel & organisatie, monitoring datagegevens, communicatie en documentatie), evenals de versterking van de vertaalcel en concordantiedienst met het oog op het herleiden van de duurtijd nodig voor vertaling/publicatie (tot één jaar). Ondertussen werden verschillende personen ter ondersteuning aangeworven en staan er selecties in de stijgers.

Een derde punt betrof een versterking van de reeds bestaande inspanningen inzake communicatie, zoals de snelle verspreiding van de cassatiearresten via Juportal, de (online) publicatie van het jaarverslag en de vernieuwde website, die - hoewel volledig op punt gezet door leden van de zetel en het parket, met de hulp van de ICT-cel - door technische hindernissen helaas nog steeds niet van start kon gaan. Ook hier moet de versterking van de vertaalcel toelaten dat de arresten sneller en in groter aantal beschikbaar zijn voor het publiek in de andere landstaal en blijkt een verdere uitbouw van de cel ICT broodnodig.

Internationale contacten en interne reflecties

Hoewel meermaals digitaal, bleven de contacten met het Network of the Presidents of the Supreme Courts ook in 2021 doorgaan en werden ook de bilaterale banden met onder meer het Franse Hof van Cassatie verstevigd. Zo was er op 16 april 2021 het digitale seminarie over de "Office du juge de Cour Suprême", waar voorzitter de Codt een opgemerkte tussenkomst deed. Op 8 oktober 2021 was er een ontmoeting tussen de eerste voorzitsters van het Belgische en het Franse Hof van Cassatie om van gedachten te wisselen over de rol en de werking van een Hof van Cassatie. Hieruit volgde een rijke en boeiende reflectie over gelijkenissen en verschillen, over het vermijden van divergenties in rechtspraak en andere spanningsvelden, de problemen verbonden aan open data en artificiële intelligentie, maar bovenal was de ontmoeting inspirerend om samen te reflecteren over de rol van een Hof van Cassatie met bijzondere aandacht voor de optimalisering van de cassatieprocedure ten gunste van de rechtszoekende.

Ook het Hof zelf blijft bijzondere aandacht besteden aan de noodzaak van intern overleg over diverse thema's en treedt hierbij waar nodig proactief op. Een mooi voorbeeld in 2021 vormt het versneld vaststellen van een dossier in voltallige zitting, gelet op een prangende rechtsvraag over de rechtsgrond van de Covid-maatregelen die aanleiding gaf tot divergente rechtspraak bij de feitenrechters. Het arrest, met toelichtende conclusie van de advocaat-generaal, heeft vrij snel voor duidelijkheid gezorgd, zowel voor de feitenrechters als voor de rechtszoekenden (Zie Cass. 28 september 2021, P.21.1129.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20210928.2N.16).

Digitale transformatie

De "digitale transformatie" betreft een initiatief dat in 2021 werd opgestart door de minister van Justitie met gedeeltelijke Europese financiële steun. De doelstelling hiervan is onder meer de digitale werkprocessen te verbeteren en een "case management system" te bekomen. Dit project zou Justitie in het algemeen en het Hof van Cassatie in het bijzonder moeten toelaten om stapsgewijs te evolueren naar een eigentijdse digitale omgeving waarbij elke zaak zal gekoppeld worden aan een volledig digitaal dossier. Het spreekt voor zich dat deze uitdaging de nodige aanpassingen aan de werkprocessen zal vergen binnen het Hof. Wat er ook van zij, het Hof is bereid die uitdaging aan te gaan en hoopt hiervoor de nodige ICT-ondersteuning te bekomen om dit in goede banen te leiden.

Signalen inzake wetsevaluatie en voor een betere wetgeving

Het Hof levert jaarlijks, via de pen van de procureur-generaal, een intensieve bijdrage aan de wetsevaluatie met het oog op een betere wetgeving. Vanuit het overkoepelend perspectief dat het Hof kenmerkt, behoudt dit immers een goed overzicht van regelgeving (of gebrek aan regelgeving) die tot problemen aanleiding geeft en waar de wetgever bijgevolg beter (snel) ingrijpt. Dit initiatief, dat de belangen behartigt van zowel de rechtszoekende als de magistraat die wordt geconfronteerd met onduidelijke of tegenstrijdige regels, is waardevol en verdient een grondige opvolging. Ook dit jaarverslag bevat opnieuw een uitgebreid overzicht van dergelijke maatregelen (zie Voorstellen de Lege Ferenda).

Een concreet voorbeeld waar een dringende wetgevende tussenkomst is geboden, betreft de tactiek die soms wordt gebruikt bij wrakingszaken om alleen het eerste deel van de vereiste formaliteiten te vervullen (de neerlegging van het verzoek), zonder evenwel het verschuldigde bedrag aan het Begrotingsfonds te betalen, waardoor de inschrijving de facto wordt verhinderd en de behandeling van de, vaak dringende zaak, wordt geschorst. Hoewel beperkt tot een aantal specifieke zaken, geeft dit "misbruik" van de wrakingsprocedure aanleiding tot wel wat praktische problemen, waaraan het voorstel tot aanpassing van artikel 837 Gerechtelijk Wetboek wil verhelpen (zie Voorstellen de Lege Ferenda).

Stof tot nadenken of tot bijsturen ingevolge twee decennia cijfermateriaal

Dankzij de inzet van vele handen - van de Cassatiebalie, medewerkers, de steundienst, referendarissen en magistraten - bevat dit jaarverslag ook een cijfermatige doorlichting van twee decennia rechtspraak van het Hof . Deze studie, die slechts het eerste deel bevat van een meer omvangrijke studie, geeft stof tot nadenken.

De studie bevestigt immers sommige veronderstellingen die bij het Hof leven. Andere, nieuwe vaststellingen zijn verrassend en soms zelfs verontrustend. Enkele vaststellingen: de sterk toenemende fiscale instroom voor het Hof, die zeer hoog blijkt wanneer vergeleken met de algemene gerechtelijke instroom, de inhoudelijke wijziging in de aanvoer van zaken, de evolutie hierin en de gewijzigde complexiteit, maar ook de opgemerkte daling van de instroom in sommige sectoren, zoals onder meer het familierecht en het sociaal recht. Wat de inhoud van de cassatiemiddelen in civiele zaken betreft, valt de evolutie op naar meer rechtsvraag-oplossingsgerichte middelen en de vrij beperkte omvang van de corrigerende of disciplinaire middelen, wat uiteraard zijn invloed heeft op de complexiteit van de dossiers en de werklast van het Hof.

Het spreekt voor zich dat dit onderzoek moet worden verdergezet, waarbij wordt nagegaan of de vastgestelde evoluties ook blijvend zijn, ditmaal met ruimere ondersteuning inzake data-analyse. Sommige aspecten roepen immers maatschappelijke vragen op die niet kunnen worden verzwegen, zoals de reeds voormelde daling van de zaken familierecht en sociaal recht: Is dit uitsluitend het effect van buitengerechtelijke geschillenbeslechting? Gaat het om de gerechtskosten die zwaar zijn opgelopen? Is het cassatieberoep te kostelijk of te moeilijk geworden voor deze rechtszoekenden? Of is er iets anders aan de hand?

Het Hof kan deze vragen, die kaderen in een ruimer maatschappelijk onderzoek, niet alleen beantwoorden, maar is vanzelfsprekend bereid tot dialoog met de wetgever en de bevoegde instanties om dit nader te verdiepen. Wel dringt zich de voortzetting van het onderzoek op, bij voorkeur met bijkomende en meer multidisciplinaire ondersteuning.

Wijzigingen aan het jaarverslag

Naast de bespreking van de cijfers, wil het jaarverslag een aantal belangrijke arresten van het Hof in de verf zetten. Net als vorig jaar is hierbij geopteerd voor een onderscheid tussen de zogenaamde "richtinggevende arresten" en de "andere belangrijke arresten". De richtinggevende arresten zijn de meest opvallende arresten van het voorbije jaar, hetzij omdat ze essentieel zijn voor de eenheid of de evolutie van de rechtspraak of voor de uitlegging van wettelijke bepalingen, hetzij omdat ze vanuit een sociaal of maatschappelijk oogpunt belangrijk zijn. Zij worden in het jaarverslag meer uitgebreid besproken. Van de "andere belangrijke arresten" wordt een korte inhoud weergegeven, op basis van de samenvattingen die het parket opstelt met het oog op de publicatie van de arresten in de Arresten van het Hof van Cassatie en de Pasicrisie (met een ECLI-link).

Nieuw in dit jaarverslag is een tweede onderdeel in de rubriek "Studie", die dit jaar niet alleen bestaat uit voormelde cijfermatige doorlichting over 2 decennia cassatierechtspraak, maar eveneens uit drie studies, die referendarissen opstelden bij wijze van grondige analyse van bepaalde rechtsvragen. Vaak wordt immers uit het oog verloren welke intens studiewerk vereist is voor een goede werking van het Hof. In dit jaarverslag wil het Hof, met deze nieuwe rubriek, de bijdrage hieraan door de referendarissen in de verf zetten.

Wij wensen alle geïnteresseerde lezers en collega's uit binnen- en buitenland een aangename lectuur toe.



Brussel, 31 december 2021.

De eerste voorzitter,

De procureur-generaal,

Beatrijs Deconinck

   AndrĂ© Henkes